Woonfraude
Woonfraude wordt gedefinieerd als ‘alle vormen van onrechtmatige bewoning, onrechtmatige doorverhuur of onrechtmatig gebruik van de woning’. In de praktijk komt dat neer op oneigenlijk gebruik van de verhuurde woning of het kantoor- of bedrijfspand, zoals illegale onderhuur, identiteitsfraude door de huurder, het plegen van strafbare feiten in het verhuurde pand, etc.
Hiermee hebben alle vastgoedverhuurders in Nederland te maken, zowel de particuliere beleggers en –woningeigenaren, de professionele vastgoedondernemers en –beleggers, de (bedrijfs)makelaars, de woningcorporaties, kortom iedereen die vastgoed bezit en dat verhuurt.
Naast de directe financiële consequenties van woonfraude, is er ook sprake van maatschappelijke ontwrichting doordat de beschikbare huurvoorraad oneerlijk wordt verdeeld.
En woonfraude kost geld, veel geld. Zowel voor de eigenaar als voor de gemeenschap. Die laatste verhaalt echter steeds vaker de schade door woonfraude op de eigenaar, die daardoor een steeds grotere financiële reserve moet aanhouden.
Maar bij woonfraude of een verdenking daarvan zal ook een brandverzekeraar bijvoorbeeld de uitkering opschorten of in het geheel weigeren. Woonfraude voorkomen is dus een ‘must’ voor elke bezitter en verhuurder van vastgoed.